Contact gegevens: cscholiers@me.com - +32 485 449 422 of +32 486 25 97 27
Wanneer het oplopen van trauma dermate intensief en structureel heeft plaatst gevonden in iemands leven (vaak al vanaf hun vroege jeugd), kunnen er naast de symptomen die gepaard gaan met PTSS ook symptomen van gedeeltelijke en/of volledige traumagerelateerde dissociatie optreden. Deze staan meer bekend als vormen van DIS en/of MPS.
Voorzichtigheid is geboden wanneer het risico op dissociatie groot is zoals bij aandoeningen binnen het DIS Spectrum. D.I.S. kan ontstaan als gevolg van het oplopen van structurele en complexere vormen van PTSS waarbij de totale persoonlijkheid van de persoon in kwestie wordt gesplitst in "Alters", - als een soort beschermingsmechanisme, - en zich op die manier dissocieert van de "host" of "hoofdaandeelhouder". Bijkomend kan er ook één of andere vorm van regressie optreden. De persoon gedraagt zich plots anders, en is buiten zijn/haar normale toestand of aard van doen. Het afsplitsen van "Alters" en/of het zich plots anders en vreemd gaan gedragen kan ook gepaard gaan met gedeeltelijke of gehele amnesie (dwz: Het niet (volledig) meer herinneren wat er gebeurde tijdens de periodes dat de betrokkene dissocieerde en/of tijdens dat één van de "alter" actief was.)
DIS/MPS wordt door veel clinici enkel als een symptoom van PTSS gezien, en niet als een aparte diagnose, maar vermits vormen van DIS dermate destabiliserend kunnen zijn, is desgevallend vaak de directe confrontatie met trauma,- in eerste instantie althans,- niet aan te raden, en dient men eerst de cliënt te stabiliseren door aangepaste oefeningen die de cliënt in het "Hier en Nu " houden tijdens stressperioden en tegelijkertijd psycho-educatie te geven over DIS om vervolgens de "alters" te verkennen en leren te accepteren en te respecteren zonder het gedrag van "alters" of beter gezegd "andere delen" van de totale persoonlijkheid te beoordelen.
Indien deze diagnose is gesteld door een psychiater, "DIS a.g.v. Complex structureel trauma," en/of "DIS als persoonlijkheidsorganisatie",- dan is E.M.D.R. nog wel mogelijk, maar moet er - rekening houdend met wat in de vorige paragraaf al is aangehaald,- en er voorzichtig mee omgesprongen worden. Desgevallend zal de hoofdfocus bij therapie aanvankelijk niet meer liggen op het exploratieve karakter van verwerking van trauma via E.M.D.R., maar zal de focus in de eerste plaats liggen op:
1:) stabilisatie en symptoomreductie. Verder indien er voldoende stabiliteit is bereikt, dan pas zal worden verder gegaan op
2:) begeleiding van verwerking van de traumatische herinneringen, met als doel
3:) mogelijks op lange termijn alters te integreren in de totale persoonlijkheid van de betrokkene.
Dit begeleidingstraject is langdurig en het aanduiden van een eventuele Co-therapeut bij afwezigheid, ziekte of vakantie is geen overbodige luxe. Evenals afspraken maken en opvolging vragen door een psychiater, - voor eventuele korte acute opname tijdens een crisis,- is wenselijk.
Het model van werken, - en tevens ook het model dat ik toepas in de co-begeleiding van deze mensen,- is ontleend uit wijze ontwikkeld door van Prof Dr. Suzette Boon en Prof. Dr. Onno van der Hart. Hoewel een deel van de therapeutische begeleiding kort aanleunt bij reeds bestaande opgedane kennis en ervaring over DIS, ben ik hier zelf ook actief lerende partij. Deze vorm van therapie is zeldzaam in het algemeen (zowel in de GZ als in privé praktijken), en de kennis bij therapeuten en psychologen mbt DIS is vaak geen specialisatie of hoofdactiviteit.
Alvorens deze vorm van begeleiding op te starten, is eerst een oordeel door een psychiater over het mogelijk hebben van DIS gevraagd, en moet er vervolgens een plan van aanpak besproken worden voor begeleiding, stabilisatie, toegang tot GZ-centra bij een eventuele crisis, opvolging, ..., daar dit soort van hulpverlening niet alleen in ambulante zorg kan georganiseerd worden.